Indicatoren Kwetsbare groepen

Koppeling met de doelen van de provincie en Sustainable development goals

In de leefbaarheidsvisie zijn twee doelen opgenomen die raken aan het thema kwetsbare groepen:

  • In 2035 is het aandeel mensen dat langdurig in armoede leeft gedaald
  • In 2035 is het aandeel kinderen dat opgroeit in een huishouden met risico op armoede gedaald

Een koppeling met de SDG's is te maken voor de volgende doelen:

  • 1.2 Tegen 2030 het aandeel mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden die volgens de nationale definities in armoede leven in al haar dimensies, minstens tot de helft terugbrengen
  • 1.3 Nationaal toepasbare sociale beschermingssystemen en maatregelen implementeren voor iedereen, met inbegrip van sociale beschermingsvloeren, en tegen 2030 een aanzienlijke dekkingsgraad realiseren van de armen en de kwetsbaren

Het handelingsperspectief vanuit de provincie binnen dit thema is voornamelijk indirect. Er wordt veel samengewerkt met de gemeenten waarbij het bijstands- en arbeidsmarkt beleid de koers bepalen. De provincie heeft hierin een faciliterende en stimulerende rol om dit onderling gezamenlijk te coördineren. Daarnaast zijn er interventies opgenomen in Nij Begun, waar alle gemeenten bij elkaar komen. 

Wat zien we in de provincie?

Het percentage kinderen in armoede is in de provincie Groningen 5.9%. Dit is een flinke afname ten opzichte van voorgaande jaren toen het percentage telkens rond de 10% lag. De provincie wijkt hierin niet erg af van andere provincies in het land waar het percentage ook rond de 5% ligt.

Is er sprake van een stijging of een daling?

Het aantal langdurig arme huishoudens is over de jaren heen redelijk stabiel in de provincie Groningen. Wel is het percentage binnen de provincie een stuk hoger dan in andere provincies in het land. De provincie heeft als concreet doel dat in 2035 het aandeel mensen dat langdurig in armoede leeft gedaald is. 

Wat zien we in de gemeenten?

Tussen de gemeenten binnen de provincie zijn wel grote verschillen waarneembaar. In de voormalige veenkoloniën Pekela en Oldambt is het percentage kinderen in armoede een stuk hoger dan in de andere gemeenten. Terwijl het aantal langdurig arme huishoudens juist in de gemeente Groningen relatief hoog is. Daar is het namelijk 8,1%. Je ziet in heel het land dat langdurige armoede vaker in grote steden voorkomt dan op het platteland. Armoede in het veenkoloniale gebied van Groningen heeft diepe historische wortels die verbonden zijn met de ontginning en exploitatie van het veen. De armoede die hier voortkomt is veelal intergenerationeel van aard.