Wat zien we?
Verdeling veestapel naar soortgroep en type
In totaal werden er in het jaar 2023 zo'n 5,4 miljoen veedieren gehouden in de provincie Groningen. Het overgrote gedeelte van alle landbouwdieren, zo'n 92% (ca. 5 miljoen), bestaat uit pluimvee. De meerderheid hiervan bestaat uit vleeskuikens (66,2%) en leghennen (27,3%). Naast kippen worden ook op kleine schaal kalkoenen (0,6%) gehouden.
Na pluimvee vormt rundvee (ca. 198.000) met 3,6% de op één-na-grootste groep veedieren. Hierbij gaat het voornamelijk om melkvee. Melk- en kalfkoeien maken 51,9% van het totaal aantal runderen uit, gevolgd door jongvee voor de melkveehouderij (32,7%). Het aantal runderen dat gehouden wordt t.b.v. de vleesproductie is aanzienlijk kleiner. Vleeskalveren en jongvee voor de vleesproductie vormen respectievelijk 10,6% en 3,3% van de totale groep rundvee.
Varkens zijn qua grootte de derde soortgroep (ca. 167.000 - 3,1%). Het grootste gedeelte hiervan bestaat uit vleesvarkens (70,3%), gevolgd door biggen (24,4%) en fokvarkens (5,3%).
Naast pluimvee, varkens en rundvee worden er in mindere mate ook nog schapen (ca. 67.000 - 1,2%), geiten (ca. 12.000 - 0,2%) en paarden & pony's (ca. 3.500 - 0,1%) gehouden.
Ontwikkeling over tijd
Pluimvee is over de gehele periode 2000-2023 de grootste soortgroep geweest. Het aantal pluimveedieren varieerde in deze periode van ca. 4,6 miljoen in 2022 op het laagste punt tot ca. 6,2 miljoen op het hoogste punt in 2015. Opvallend hierbij is dat er een flinke afname heeft plaatsgevonden van het aantal vleeskuikens vanaf het hoogste punt 2002 (van ca. 5,0 miljoen in 2002 naar ca. 3,2 miljoen in 2022). Tegelijkertijd is het aantal leghennen fors toegenomen in deze zelfde periode (ca. 0,7 miljoen in 2000 naar ca. 1,4 miljoen in 2023). Wat verder opvalt is dat het aantal kalkoenen sterk is gedaald. In 2003 waren er nog ca. 126.000 kalkoenen terwijl dit er in 2022 nog maar ca. 8.000 waren. Tussen 2022 en 2023 is dit aantal echter wel weer gegroeid zodat er in 2023 ca. 29.000 kalkoenen waren.
Wat betreft rundvee valt er een piek te zien tussen 2012 en 2018, met 2016 als hoogtepunt (ca. 220.000 runderen). Vanaf 2019 lag het aantal weer ongeveer op hetzelfde niveau als in de periode 2008-2011 (ca. 190.000), hoewel er sinds 2019 wel weer jaarlijks een lichte stijging te zien is. Wat verder opvalt is dat er sinds 2016 globaal genomen een afname is van het aantal melk- en kalfkoeien en jongvee voor de melkveehouderij. Toch lijkt dit aantal de laatste jaren weer te stabiliseren, of zelfs te groeien. Voor rundvee ten behoeve van de vleesindustrie is juist een tegengestelde beweging te zien. Er is de afgelopen 20 jaar sprake van een vrijwel contante opwaartse trend van het aantal vleeskalveren (ca. 12.000 in 2001, ca. 22.000 in 2022) en ook is er een stijging te zien van de hoeveelheid jongvee voor vleesproductie sinds 2016 (van ca. 4.000 in 2016 naar ca. 6.600 in 2023) Tegelijkertijd is vrijwel over de gehele periode een afname te zien van het aantal 'overige koeien' (van ca. 5.900 in 2001 naar ca. 2.200 in 2023) en stieren jonger dan 2 jaar. (van ca. 1.400 in 2001 naar ca. 700 in 2023).
Het aantal varkens is vooral tussen 2017 en 2020 vrij sterk toegenomen (van ca. 154.000 in 2017 naar ca. 209.000 in 2020), terwijl het aantal hiervoor vrij stabiel was. In de jaren 2021 en 2022 was er juiste weer een sterke daling te zien ten opzichte van het voorgaande jaar. Tussen 2022 en 2023 is het aantal vrijwel stabiel gebleven. De genoemde stijging hing samen met een toename van het aantal vleesvarkens tussen 2017 en 2020 (van ca. 94.000 naar ca. 137.000). De afgelopen drie jaar is zowel het aantal biggen als fokvarkens afgenomen. Voor laatstgenoemde geldt dat er al sinds lange tijd een dalende trend te zien was (van ca. 16.000 in 2000 naar ca. 9.000 in 2022).
Voor de soortgroepen schapen, paarden & pony's en edelpelsdieren & konijnen was over het algemeen een sterke afname zichtbaar de afgelopen 20 jaar. Voor edelpelsdieren & konijnen geldt dat er sinds 2021 helemaal geen dieren meer waren in de provincie Groningen. Het aantal geiten is de afgelopen jaren wel behoorlijk toegenomen. Tussen 2000 en 2023 steeg dit aantal van ca 4.400 naar ca. 12.000. Sindsdien is het aantal vrij stabiel.
Vergelijking tussen regio's
Wanneer de veestapel in de provincie Groningen naast die van andere provincies wordt gelegd, dan valt op dat het aantal veedieren dat hier gehouden wordt relatief klein is. De grootte van de veestapel varieert van ca. 30,5 miljoen dieren in Noord-Brabant tot ca. 1 miljoen dieren in Zuid-Holland. Met een totaal aantal van zo'n 5,4 miljoen dieren komt Groningen van alle twaalf provincies op een zevende plaats. Bij geen van de soortgroepen behoort Groningen in vergelijking met de andere provincies tot de 'top'.
Toch zijn er tussen de verschillende Groningse gemeenten ook aanzienlijke verschillen te zien. Globaal gezien hangt dit sterk samen met de grootte (in oppervlakte) van de gemeente. In kleine gemeenten zoals Pekela en Veendam worden relatief weinig dieren gehouden. In eerstgenoemde zijn dit er bijvoorbeeld slechts ca. 5.400. In grotere gemeenten zoals Westerkwartier en Eemsdelta worden juist relatief veel dieren gehouden. Met zo'n 1,1 miljoen veedieren zijn dit ook de Groningse gemeenten met de grootste 'veestapel'. Stadskanaal valt als kleine gemeente op vanwege het relatief grote aantal dieren dat er gehouden wordt. Ook de gemeente Groningen valt op. In dit geval is het juist vanwege het relatief geringe aantal veedieren.
Bron: CBS Landbouwtelling