Indicatoren

Overstroomde weg

Risicokaart

De Risicokaart laat zien waar zich in onze provincie risico's bevinden die kunnen leiden tot rampen en ongevallen. Het is daarmee geen beleidsindicator, maar biedt wel beleidsinformatie.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Basisnet

Om gevaarlijke stoffen te vervoeren moeten vervoerders zich houden aan veiligheidseisen, waaronder het zoveel mogelijk vervoeren langs de hiervoor aangewezen transportroutes: het landelijk en als aanvulling daarop het provinciaal Basisnet. Het is geen beleidsindicator, maar biedt wel beleidsinformatie.

Achtergrond

Rol provincie

De provincie Groningen is in verhouding tot andere delen van Nederland relatief veilig te noemen. In bijna alle gevallen zijn risicobronnen en risico-ontvangers ruimtelijk van elkaar gescheiden. Om dit zo te houden passen we een goede ruimtelijke ordening toe én zien we toe op het nemen van veiligheidsmaatregelen bij de bron van risico's, bijvoorbeeld bij bedrijven. Samen met gemeenten proberen wij bedrijven, die grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opslaan, gebruiken en produceren, zoveel mogelijk te concentreren op bovenregionale bedrijventerreinen. Wij geven prioriteit aan de zogenaamde Brzo-bedrijven (Besluit risico's zware ongevallen: bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen in hun installaties). Er zijn ongeveer 42 Brzo-bedrijven in onze provincie, variërend van complexe chemische industrie tot bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan.

Niet alle risico's van gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen kunnen we uitsluiten. Deze risico's kunnen we wel zoveel mogelijk beperken en in beeld brengen. Dat doen we met de Risicokaart. Het vervoer van gevaarlijke stoffen brengt ook risico's met zich mee. Deze worden in kaart gebracht door het zogenaamde Basisnet (het landelijke en provinciale netwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen). De Risicokaart en het Basisnet dienen als beleidsinformatie en zijn geen beleidsindicatoren.

Ons beleid

Wij willen de risico's op zware ongevallen en de gevolgen daarvan beperken. Hierbij geven wij prioriteit aan Brzo-bedrijven.

Beleidsdoelstellingen

Bovenstaand beleidsdoel is uitgewerkt in verschillende doelstellingen, die er samen voor moeten zorgen dat we het hoofddoel bereiken. Niet alle doelstellingen lenen zich even goed voor beleidsmonitoring, bijvoorbeeld omdat er (nog) geen goede indicator voor is. Daarom hebben wij de doelstellingen uitgekozen die daar wel geschikt voor zijn.

Voor bedrijven waar wordt gewerkt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen hebben we meerdere doelstellingen geformuleerd:

  • We zorgen voor actuele vergunningen op basis van de meest recente veiligheidsregels van bedrijven waar wordt gewerkt met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, de zogenaamde BRZO-bedrijven.*
  • We hebben aandacht voor de risico's van aardbevingen, door gaswinning, op het veiligheidsniveau van Brzo-bedrijven.
  • Bij bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen geven we prioriteit aan het toezicht houden op de veiligheidsvoorzieningen en de veiligheidsbeheersystemen. Daarnaast controleren we deze bedrijven twee maal per jaar op andere milieuaspecten.
  • We beoordelen de ontwikkeling van risiconiveaus bij de aanvraag en de toelating van elke nieuwe inrichting om te borgen dat bij de verdere ontwikkeling van de industrieterreinen de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico PR 10-6 (Plaatsgebonden Risico: de kans per jaar dat op een bepaalde plaats een fictieve, continu op die plaats aanwezige persoon die onbeschermd is, komt te overlijden als een gevolg van een mogelijk ongeluk door een activiteit (10-6 = 1 op de miljoen) voor kwetsbare objecten niet wordt overschreden). Daarvoor monitoren we de risicocontouren actief. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de omliggende woongemeenschappen Borgsweer, Farmsum, Oudeschip en Polen.*

* Een geschikte indicator is voor deze doelstelling in ontwikkeling.

De indicatoren die bij bovenstaande doelstellingen horen, zijn:

  • toezicht en handhaving, zoals het aantal controles en overtredingen, ook specifiek voor de Brzo-bedrijven.

Beleidsinstrumenten

Onze instrumenten om deze doelstellingen te bereiken zijn naast een goede ruimtelijke ordening, vergunningverlening, toezicht en handhaving, ook stimulering via subsidies en voorlichting.

Brzo-bedrijven

Brzo-bedrijven worden ingedeeld aan de hand van drempelwaarden. Dit is de hoeveelheid stoffen waarbij bepaalde regelgeving in werking treedt. Wordt de eerste drempelwaarde gehaald, dan is er sprake van een lagedrempelinrichting. Als de tweede drempelwaarde wordt gehaald, dan is er sprake van een hogedrempelinrichting. Deze indeling bepaalt welke verplichtingen er gelden voor de verschillende types inrichtingen. Bedrijven die boven de eerste drempelwaarde uitkomen, vallen onder de werking van de Brzo 2015. Met name voor de Brzo-bedrijven hebben we beleid gevormd.

Risico's in beeld

Nederland is een relatief veilig land. Overheden en hulpdiensten werken intensief samen om dat zo te houden. Er worden strenge regels gesteld aan bedrijven en organisaties om onveilige situaties te voorkomen en risico’s te beheersen. Toch kunnen risico's nooit helemaal worden uitgesloten. Na een aantal crisissituaties bleek dat bewoners in de getroffen gebieden niet op de hoogte waren van de risico’s in hun directe (leef)omgeving. Daarom is besloten om informatie over risico’s in de woonomgeving voor iedereen toegankelijk te maken, zodat bewoners de nodige veiligheidsmaatregelen kunnen treffen bij een calamiteit.

Risicokaart
We publiceren de Risicokaart op internet, houden onze gegevens op de kaart actueel en stimuleren dat andere bronhouders dit ook doen. Bij ons interbestuurlijk toezicht op gemeenten besteden we aandacht aan de gemeentelijke inzet voor externe veiligheid in de ruimtelijke besluiten en voor de actualiteit van de gemeentelijke gegevens op de Risicokaart via het Groninger Programma Lokale Omgevingsveiligheid 2018. We ontvangen hiervoor subsidies. We ondersteunen hiermee de Omgevingsdienst Groningen om advieswerkzaamheden te verrichten voor gemeenten en provincie. Deze adviezen zijn van belang voor de besluitvorming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

Basisnet
Om gevaarlijke stoffen te mogen vervoeren, zijn er bepaalde veiligheidseisen vastgesteld. Daarnaast bestaat er in Nederland een netwerk van aangewezen transportroutes, dat moet worden gebruikt om gevaarlijke stoffen te vervoeren: het zogenaamde landelijke Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. In aanvulling hierop hebben wij voor onze provinciale wegen een provinciaal Basisnet opgesteld. Het Basisnet maakt het mogelijk dat het vervoer van gevaarlijke stoffen blijft plaatsvinden op een zo veilig mogelijke manier. Door verandering in de omgeving van een weg kan een weg minder geschikt worden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hierover zijn regels opgenomen in de Omgevingsverordening (titel 2.7).

Provinciaal Basisnet
Het provinciaal Basisnet en de artikelen uit de Omgevingsverordening die hier op van toepassing zijn, hebben als doel om (risico)bron en ontvanger zoveel mogelijk te scheiden. Het provinciaal Basisnet Groningen heeft - voor wat betreft de extra bescherming van minder zelfredzame personen - betrekking op een 30-meterzone aan weerszijde van alle provinciale- en rijkswegen en alle spoorwegen (met uitzondering van de lijn Groningen - Leeuwarden). Het provinciaal Basisnet Groningen is de uitkomst van een traject waarin is aangesloten bij nationale inzichten over autonome groei en voorspelde transportaantallen als gevolg van ontwikkelingen in de Eemshaven en het chemiepark Delfzijl. Tevens is de keus gemaakt om de relatief veilige situatie die in de provincie Groningen aanwezig is rondom veelgebruikte transportroutes te behouden. Daarbij is het vestigingsklimaat voor bedrijven, die grote transportstromen van gevaarlijke stoffen genereren in de Eemshaven en het chemiepark Delfzijl, niet beperkt.