Rol provincie
Als provincie hebben we vooral een regulerende, regisserende en coördinerende rol op basis van onze wettelijke taken op het gebied van bodem, ondergrond en grondwater. Voor bodem- en grondwaterbescherming zetten we met name onze ruimtelijke en regulerende instrumenten in, zoals de Provinciale Omgevingsverordening en VTH.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is het bevoegde gezag voor activiteiten dieper dan 100 meter in de ondergrond en voor aardwarmte dieper dan 500 meter. De provincie heeft hierbij adviesrecht in het proces tot aan een besluit. Hoewel de bevoegdheid ten aanzien van de bovengrondse installaties voor activiteiten in de diepe ondergrond ook onder het Ministerie van EZK valt, kunnen gemeenten en provincies wel door middel van bestemmingsplannen en inpassingsplannen invloed uitoefenen op de besluitvorming rondom deze bovengrondse installaties.
Omdat bij de provincie als middenbestuur, vele beleidsvelden bij elkaar komen, hebben wij in veel gevallen ook een regisserende rol als coördinator en verbinder (proces- en regierol). Voor de diepe ondergrond ligt onze kracht, rol en taak in de bovenregionaal/-gemeentelijke belangenafwegingen en de verbinding tussen de landelijke en de gemeentelijke doelen.
Voor advisering aan het Ministerie EZK over activiteiten in de ondergrond, zoals gas- en zoutwinningen, gebruiken we het beoordelingskader uit de Nota Ondergrond (sept 2020) en het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen (NCG). We gaan de Nota Ondergrond als onderdeel van nieuwe Omgevingsvisie in 2025 actualiseren. Daarnaast wordt in 2024/2025 een actualisatie van de Structuurvisie Ondergrond verwacht vanuit de ministeries van I&W en EZK. Dit betreft een belangrijk nationaal visiedocument over het gebruik van de Nederlandse ondergrond en is daarmee ook een belangrijk onderdeel voor de Nota Ondergrond. We gebruiken, als het gaat om het stimuleren van duurzaam en integraal gebruik van de bodem en ondergrond, alle beleidsinstrumenten die ons daarbij ten dienste kunnen staan. We dragen (financieel) bij aan diverse projecten en kennisontwikkeling over thema’s op het snijvlak bodem en ondergrond en landschap, cultureel erfgoed, archeologie, natuur en klimaatadaptatie. Het toewerken naar duurzaam bodembeheer doen we door stimuleringsbeleid in de vorm van projecten met de waterschappen en de provincies Friesland en Drenthe.
Doelstellingen
Het is belangrijk om bij ruimtelijke ontwikkelingen vanaf het begin van de planvorming het bovengrondse deel van de ontwikkeling in samenhang te bezien met de diverse lagen in de bodem en ondergrond. Op deze manier wordt optimaal gebruik gemaakt van de kansen die bodem en ondergrond bieden. Zo streven wij ernaar dat bij toekomstige inrichtingskeuzes het principe van "Water & Bodem, (mede)sturend en leidend" zullen zijn.
We stimuleren dat de bodemkwaliteit en -vitaliteit worden meegewogen als onderdeel van een brede afweging over de kwaliteit van de leefomgeving in relatie tot functies (evenwichtige toedeling van functies) en zo een bijdrage te leveren aan het duurzame beheer van het productie-, regulerend of dragend vermogen van de bodem. Bij het opstellen of actualiseren van ruimtelijke plannen gaan we zoveel mogelijk uit van het principe dat de boven- en ondergrond één samenhangend geheel zijn.
We maken bij het toetsen van initiatieven en het geven van advies over het gebruik van de (diepe) ondergrond gebruik van een beoordelingskader, welke is vastgelegd in de Nota Ondergrond. Uitgangspunten bij de beoordeling zijn het zoveel mogelijk beperken van menselijke activiteiten in de ondergrond, waarbij het winnen van water, delfstoffen en de opslag van stoffen en het gebruik van de ondergrond in het kader van de energietransitie op basis van strenge eisen en regels eventueel mogelijk is.
We willen de chemische, fysische en biologische kwaliteit van de bodem en het grondwater zo schoon en veilig mogelijk maken en duurzaam beheren, waarbij de kosten om dit te bereiken en/of te handhaven opwegen tegen de maatschappelijke baten.
We monitoren:
• de ondiepe (zand en klei) en diepe delfstoffenwinning (gas, zout); en
• de (open) WKO-systemen in onze provincie.
We willen een goede chemische (geen verontreiniging boven de norm) en kwantitatieve toestand van het grondwater bereiken in 2028.
We monitoren:
- het aantal spoedlocaties bodemsanering.
We willen significant stijgende trends vaststellen en ombuigen terwijl we de inbreng (immissie) van verontreinigende stoffen in het grondwater voorkomen en beperken. In lijn met de Europese ambitie streven we ernaar dat het grondwater niet verder ‘vergrijst’. Dat wil zeggen dat de kwaliteit van het grondwater niet verder afneemt en er voldoende grondwater van geschikte kwaliteit beschikbaar is en blijft.
Momenteel loopt er een project ‘afstemmen grondwaterkwaliteit’. Dit project geeft inzicht in de mate van monitoren door de verschillende organisaties (waterschappen, Waterbedrijf Groningen, provincie en gemeenten) en anderzijds om de zogenaamde ‘witte vlekken’ in kaart te brengen. Daarnaast wordt er aanvullend onderzoek gedaan naar opkomende nieuwe verontreinigingen.
Ontwikkelingen
Naarmate de belangstelling voor de ondergrond toeneemt en het aantal bodemsaneringen afneemt, verschuift de provinciale inzet naar een bredere benadering van bodem en ondergrond. Dit wordt versterkt door de mogelijkheden die de ondergrond biedt voor aardwarmte, buffering, opslag en transport in het kader van energietransitie en klimaatadaptatie/duurzaamheid. Veel oplossingen worden nu gezocht en gevonden in de richting van bodem en ondergrond (o.a. bodemwarmte), het combineren van gebruiksfuncties (natuur-inclusieve landbouw, waterwinning en duurzame energie) en sluiten van kringlopen (CE, kringlooplandbouw). In de Nota Ondergrond is voor alle activiteiten in de ondergrond in het kader van de Mijnbouwwet aangegeven wat het standpunt van de provincie is. Voor alle activiteiten geldt dat deze alleen mogelijk zijn als het veilig kan. Als dat niet het geval is zullen wij in onze adviesrol negatief adviseren richting het Rijk.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vallen de bodemtaken grotendeels onder de bevoegdheid van de gemeente. Hierdoor is onze adviserende en kennisdelingsrol groter geworden. Taken ten aanzien van reeds beschikte locaties, complexe bedrijven en taken met betrekking tot de ondergrond, grondwaterkwaliteit en duurzaam bodembeheer worden wel door de provincie uitgevoerd.
Wij willen nu en onder de nieuwe Omgevingswet vanuit onze rol als gebiedscoördinator/ bevoegd gezag voor de complexe bedrijven blijven samenwerken met gemeenten en waterschappen. Het gaat er hierbij om duurzaam hergebruik van grond en bagger te stimuleren en om de (water-)bodemkwaliteit te bewaken en deze waar mogelijk te verbeteren.