Trends

Wat zie je?

Algemene beeld 

Stand
De soortgroepen met de meeste broedparen op de kwelders langs de Dollard en Noordkust zijn die van de kwelder-/weidevogels, koloniebroeders, riet- en moerasvogels.
Het grootste verschil tussen deze kweldergebieden is het grote aantal riet- en moerasvogels langs de Dollard, met ruim 500 broedparen is dit het vijfvoudige van het aantal langs de Noordkust. 

Van de groep watervogels is het aantal broedparen in beide kweldergebieden beperkt.
De Groninger vastelandkwelders zijn van ondergeschikt belang voor duinvogels, roofvogels en uilen, en voor strandbroeders. 

Ontwikkeling Dollard en Noordkust 
Van de groep koloniebroeders hebben in 2018 bijna 160% meer paren gebroed. Dit betreft vooral de kokmeeuw, maar ook visdief en noordse stern.
Ondanks deze positieve veranderingen bij de koloniebroeders blijven de aantallen broedvogels nog ver achter bij die van enkele decennia geleden. 

Hoewel tot een andere soortgroep gerekend is ook het positieve verschil van 273% bij de kluut van betekenis. Dit is een direct gevolg van gerichte beheer- en beschermingsmaatregelen in de Dollard. Maar ook voor de kluut geldt dat de aantallen nog altijd ver achterblijven bij die van enkele decennia geleden, zeker voor de Noordkust. 

Bij de grote groep kwelder-/weidevogels zijn 14% meer broedparen vastgesteld. Teleurstellend is dat het aantal graspiepers langs de Noordkust sinds 2012 niet is veranderd. Dit wijst erop dat de oppervlakte zeekweek, het belangrijkste broedbiotoop op de kwelders, niet significant is afgenomen, hetgeen in het kwelderherstelplan een belangrijke doelstelling is om tot herstel van de biodiversiteit te komen. 

Het aantal paren riet- en moerasvogels is vrijwel gelijk gebleven tussen beide jaren.

foto's: Jan van 't Hoff