Koppeling met de doelen van de provincie en Sustainable development goals
Het programma mobiliteit heeft als doel het verduurzamen en slimmer maken van mobiliteit en infrastructuur, concreet is het volgende doel hier aan gekoppeld:
- 100% zero emissie in 2035 en volledig circulaire infrastructuur
Het handelingsperspectief van de provincie binnen deze SDG is voornamelijk indirect. De provincie heeft wel een directe invloed op het eigen werkverkeer en de dienstreizen. Daarnaast op de uitstoot van bussen en treinen. In Groningen is al vroeg en snel de omslag ingezet naar een zero-emissie vloot van bussen (samen met de provincie Drenthe) en treinen (samen met de provincie Fryslân). Hiermee had de provincie in 2020 de grootste zero-emissie busvloot van Europa. Daarnaast heeft de provincie Groningen samen met de provincie Fryslân en de provincie Drenthe afspraken gemaakt over het uitrollen van laadpalen voor elektrische voertuigen. Deze afspraken staan in de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL). Het gedrag van particulieren is lastig door de provincie te beïnvloeden, met het geven van het goede voorbeeld en het aanleggen van een goede laadinfrastructuur draagt de provincie hier wel op een positieve manier aan bij.
Wat zien we in de provincie?
Het percentage zero-emissie voertuigen in de provincie Groningen is 3,4%. In de randstad (provincies Utrecht en Noord-Holland) en in de provincie Flevoland ligt dit percentage een stukje hoger. De andere provincies zijn hierin gelijk met Groningen. De inwoners van Groningen waarderen het aantal laadpalen met een 4,6. Het aantal laadpalen blijft achter ten opzichte van de toename in elektrische voertuigen.
Is er sprake van een stijging of een daling?
Door de jaren heen zijn er steeds meer schone voertuigen in Nederland. Deze trend is in heel Nederland zichtbaar. Zo is er, vanaf 2013, iedere twee jaar ongeveer een verdubbeling in percentage.
Wat zien we in de gemeenten?
Het percentage schone voertuigen is in de gemeente Groningen het hoogst met bijna 5,5% en in de gemeente Pekela het laagst met bijna 2%. Dit zijn geen schokkende verschillen. Over het algemeen zijn in stedelijke gebieden meer elektrische voertuigen dan in niet stedelijke gebieden.