Een groot gedeelte van de laagveenweidegebieden in Het Zuidelijk Westerkwartier, het Gorecht en Westerwolde hebben een karakteristieke landschap bestaande uit smalle verkavelingspercelen geflankeerd met houtsingels, houtwallen, greppels en sloten. Houtwallen en -singels vormen vaak begrenzingen van agrarische percelen of zijn afscheidingen met een andere oorspronkelijk functie, meestal als veekering. Als onderdeel van het historische landgebruik hebben houtwallen- en singels een grote landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarde in ontgonnen laagveenlandschappen. Dit type landschap staan ook wel bekend als coulissenlandschap.
Houtsingels en houtwallen zijn lijnvormige beplantingen met inheemse en streekeigen bomen en/of struiken. Een houtwal maakt onderdeel uit van een kunstmatige aarden wal staat (houtwal); in een houtsingel staat de beplanting op dezelfde hoogte als het omringende land. Houtsingels en -wallen zijn gelegen op kavelgrenzen en langs sloten op de hoger gelegen zandruggen. Houtsingels en wallen hebben verschillende beplantingsvormen: elzen, maar ook eiken, essen en kersen met ondergroei komen voor. De elzensingels zijn vooral op de vochtige bodemtypen te vinden en de eikensingels op de drogere bodemtypen.
Houtsingels zijn ook het leefgebied voor onder andere (roof)vogels, kikkers, egels, reeën en fazanten. Deze soorten profiteren van houtsingels omdat ze verbindingszones vormen tussen natuurgebieden. Daarnaast is de veelzijdigheid aan flora en fauna van belang voor de productie van zuurstof, de bestuiving van planten, waterzuivering en het beheersen van plagen.