Aantal meldingen over laagfrequent geluid
Het aantal meldingen over laagfrequent geluid is een indicator om te beoordelen of wij voor deze geluidssoort als provincie wel of geen beleid moeten maken.
Home / Milieumonitor / Milieumonitor provincie Groningen / Geluid
Het aantal meldingen over laagfrequent geluid is een indicator om te beoordelen of wij voor deze geluidssoort als provincie wel of geen beleid moeten maken.
Het aantal klachten over geluid is een geschikte indicator om de hoeveelheid geluidshinder die mensen beleven te monitoren.
De Geluidbelastingkaart toont de geluidcontouren van verkeer op provinciale wegen over 2021.
De geluidhinder van provinciale wegen willen we zoveel mogelijk verminderen. Geschikte indicatoren om dit te monitoren zijn het aantal kilometers geluidsgereduceerd asfalt en en de aantallen (ernstig) gehinderden en slaapverstoorden langs deze wegen.
Geluidhinder kan ook gezondheidsklachten veroorzaken. Om de gezondheidseffecten van geluidhinder in beeld te brengen, publiceert de provincie periodiek een gezondheidskaart geluid.
Onze taken op het gebied van geluid zijn voornamelijk wettelijk van aard. Daarnaast hebben we een adviesrol. Om deze taken en ons beleid uit te voeren, maken wij gebruik van verschillende instrumenten op basis van onze sturingsfilosofie. In de praktijk worden de instrumenten meestal gecombineerd ingezet. We zijn onder andere verantwoordelijk voor de aanleg en reconstructie van provinciale wegen en daarmee ook bevoegd gezag voor het verminderen van geluidsoverlast veroorzaakt door het verkeer op deze wegen. Daarnaast stellen wij vijfjaarlijks geluidbelastingkaarten en actieplannen wegverkeerslawaai op. Deze verplichtingen blijven onder de Omgevingswet bestaan en de actieplannen worden dan een verplicht programma.
Verder voorkomen en beperken we toekomstige geluidhinder door bij de aanleg en reconstructie van de provinciale wegen en bij inpassing van woningen in de nabijheid van onze provinciale wegen ervoor te zorgen dat de geluidbelasting zoveel mogelijk beperkt wordt.
Daarnaast is de provincie bevoegd gezag op het gebied van milieu voor de complexere bedrijven en de grotere windparken, en daarbij dus ook voor het geluid hiervan. Hier ligt de nadruk op reguleren door VTH. Wij zetten daarnaast de Omgevingsverordening, programma’s en projectbesluiten in om tot een goede ruimtelijke ordening te komen door middel van het scheiden van bron en ontvanger. We hebben een regisserende en regulerende rol als het gaat om de cumulatie van geluid door verschillende bronnen (bedrijven, (spoor-)wegen, scheepvaart en windparken) in de Eemsdelta. Hierbij maken we gebruik van ruimtelijke ordening en vergunningverlening om te voorkomen dat de hinder door deze cumulatieve geluidsbelasting toeneemt. Tenslotte houden we de vinger aan de pols bij ruimtelijke ordening op en rondom gezoneerde industrieterreinen waar bedrijven gevestigd zijn waar de provincie het bevoegd gezag voor is, dat bij de meeste grotere terreinen het geval is.
Ons doel is een gezonde en schone leefomgeving in Groningen. Daartoe proberen we hinder zo veel mogelijk tegen te gaan. Voor geluid staan hierbij de waarden “leefbaar” en “stil” centraal. De provincie Groningen stelt waar mogelijk grenzen aan geluid en neemt maatregelen om geluid- hinder zoveel mogelijk te beperken. Omdat wegverkeer de belangrijkste hinderoorzaak is, zetten wij ons vooral in om déze geluidhinder waar mogelijk te voorkomen of te beperken.
We leggen prioriteit bij het verminderen van het geluid van wegverkeer.
We monitoren:
We gaan monitoren:
We hechten belang aan ontwikkelingen op en rondom gezoneerde industrieterreinen en de milieukwaliteit rondom die terreinen.
Het geluidzonebeheer en de omzetting van de geluidzones naar GPP's wordt door of in opdracht van gemeenten uitgevoerd. De provincie monitort het gecumuleerde geluid in het Eemsdelta-gebied, maar daarbuiten nog niet.
Ontwikkelingen
Door het Rijk is onder de noemer “Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid” (SWUNG) een ingrijpende aanpassing van de geluidregelgeving ingezet. Het nieuwe Rijksbeleid voor geluid beoogt een betere bescherming tegen geluidhinder, vereenvoudiging van het
bestaande stelsel van geluidwetgeving en waar mogelijk een grotere rol voor gemeenten en provincies in de uitvoering van wet- en regelgeving.
SWUNG-1 betrof de nieuwe geluidregels voor rijkswegen en nationale spoorwegen. Die zijn van kracht sinds 2012. SWUNG-2 betreft de ontwikkeling van nieuwe geluidregels voor provinciale wegen en industrieterreinen en zijn nu onderdeel van de Omgevingswet. Met de
nieuwe geluidregels voor provinciale wegen zal toename van geluid door voortgaande groei van het verkeer in de toekomst worden voorkomen. Belangrijk onderdeel vormt het instellen van geluidsproductieplafonds (hierna GPP’s). Deze plafonds bestaan uit de huidige geluidbelasting van wegen en samen met een beperkte ‘groeiruimte’ (van 1,5 decibel (dB)). Met de GPP's worden ook geluidaandachtsgebieden langs de provinciale wegen vastgesteld. Bij het toestaan van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen in een aandachtsgebied moet rekening
gehouden worden met de geluidbelasting van de weg. De gegevens voor de geluidberekeningen die daarvoor nodig zijn worden verzameld in de Centrale Voorziening GeluidGegevens (CVGG). Verder is de provincie verplicht te monitoren of aan de GPP’s wordt voldaan. Onder de Omgevingswet zijn we ook verantwoordelijk voor saneringen van overbelaste locaties langs provinciale wegen. Nadat de GPP’s zijn berekend en vastgesteld (naar verwachting in 2026) stellen we het saneringsprogramma op (uiterste datum voor vaststelling is 18 juli 2038).
Door een uitspraak van de Raad van State d.d. 30 juni 2021 zijn de algemene wettelijke milieunormen voor windparken van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling vervallen. Totdat het Rijk heeft bepaald welke normen dienen te worden toegepast, bepalen we per situatie de maximale geluidsbelasting voor een windpark. Vanwege de tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken (in werking op 1 juli 2022) blijven voor bestaande (vergunde en in werking zijnde) windparken de eerder geldende normen gelden. Onder de Omgevingswet zal per situatie moeten worden bekeken welke milieunormen dan gelden en welk overgangsrecht daarbij van toepassing is. Onafhankelijk van welke normen op windturbines van toepassing zijn, blijven die normen gelden voor alle gezamenlijke windturbines binnen de windparken, zoals begrensd in de Omgevingsverordening.
Door omwonenden van windparken wordt regelmatig laagfrequent geluid (Lfg) als bron van hinder, maar ook directe oorzaak van gezondheidsschade aangewezen. De laatste wetenschappelijke inzichten wijzen uit dat geluid, waaronder Lfg, een oorzaak kan zijn van hinder en dat die hinder tot gezondheidseffecten kan leiden. Ten aanzien van windturbines is dit bewijs er niet.