Stand
In 2023 was de werkloosheid in de gemeente Westerkwartier 2,9% (bron: CBS), ruim onder het landelijk gemiddelde van 3,6% en ruim onder het provinciale gemiddelde van 4,0%. Dit is net iets minder dan in de gemeente Het Hogeland, waar de werkloosheid 3,1% bedraagt.
Verloop
De werkloosheid in Westerkwartier is altijd al de laagste binnen de provincie geweest en lag steeds onder het landelijk gemiddelde. Aan het begin van deze eeuw was het verschil met het landelijke gemiddelde -0,3%-punt. Vlak voor de financiële crisis, in 2008, was het werkloosheidspercentage 3,3%. Tijdens de financiële crisis verdubbelde dit percentage en liep dat verschil met het landelijk gemiddelde op tot -1,0% punt. Het provinciale gemiddelde steeg harder dan het werkloosheidspercentage in Westerkwartier. In de daarop volgende periode werd het verschil met het landelijk gemiddelde steeds wat kleiner. In 2019 lag de werkloosheid in Westerkwartier met 3,1% net iets onder het niveau van 2008 en verschilde het -0,3% met het landelijk gemiddelde. In Loppersum was het werkloosheidspercentage in 2019 eenmalig nog net -0,1%-punt lager. Daarna piekte de werkloosheid in Westerkwartier op 3,7%, -0,5%-punt onder het landelijk gemiddelde. Daarna daalde de werkloosheid in Westerkwartier harder dan gemiddeld.
Volgens het UWV ligt het aantal werklozen in Westerkwartier in september 2024 +4% hoger dan een jaar eerder.
Naar geslacht, leeftijd en opleiding
Vóór de financiële crisis lag het werkloosheidspercentage onder mannen vaak 1 à 2 %-punt onder dat van vrouwen. Tijdens die crisis steeg de werkloosheid onder mannen sterker dan onder vrouwen waardoor tijdens de piek de werkloosheid onder mannen en vrouwen vrijwel gelijk was. Dit gold voor Nederland als geheel en voor Westerkwartier. Gemiddeld voor de provincie Groningen kwam het werkloosheidspercentage van mannen zelfs enige tijd boven dat van vrouwen te liggen.
De werkloosheid herstelde bij mannen sneller dan bij vrouwen, maar in 2019 was de werkloosheid voor mannen en vrouwen weer gelijk. In 2022 was de werkloosheid onder vrouwen weer wat hoger dan bij mannen, maar in 2023 was dit weer nagenoeg gelijk
Uitgesplitst naar leeftijd volgt de ontwikkeling van de werkloosheid in Westerkwartier vrijwel het landelijke beeld. Een verschil is dat de jeugdwerkloosheid in 2020 in Westerkwartier wat minder sterk steeg (+1,0%-punt) dan landelijk (+2,4%-punt), om daarna weer dichter bij elkaar te komen. De werkloosheid onder de 25-45-jarigen ligt steeds wat verder onder het landelijk gemiddelde (-0,7%-punt) dan de andere groepen. In 2020 steeg de werkloosheid in Westerkwartier ook voor alle leeftijdsgroepen.
De werkloosheid neemt af bij een stijgende opleidingsgraad. Bij de werkloosheid onder laag opgeleiden valt op dat die tijdens de coronacrisis nauwelijks steeg. In 2023 wag de jeugdwerkloosheid in Westerkwartier -1%-punt onder het landelijk uitgekomen. Het verschil tussen middelbaar en hoger onderwijs was in 2014 opgelopen tot +3%-punt. In 2020 was de verschil helemaal verdwenen en in 2023 lag de werkloosheid bij mensen met een middelbare opleiding -0,5%-punt onder die van hoger opgeleiden. Waar de werkloosheid onder hoger opgeleiden in Westerkwartier vaak onder het landelijk gemiddelde lag, waren deze in 2023 nagenoeg gelijk aan elkaar.
Arbeidsparticipatie
De participatiegraad in Westerkwartier is ruim 74% en daarmee het hoogste van alle Groninger gemeenten en ligt boven het landelijk gemiddelde, als enige. Tot het hoogtepunt van de financiële crisis volgde de participatiegraad in Westerkwartier vrij nauwkeurig het landelijk gemiddelde. In de periode sinds 2014 steeg de participatiegraad in Westerkwartier bovengemiddeld en ook in 2020 steeg deze terwijl er gemiddeld genomen een daling op trad. In 2023 was dat verschil +1,1%-punt en was het verschil met het provinciale gemiddelde opgelopen tot +3,6%-punt.
Uitgesplitst naar geslacht volgt de participatiegraad onder mannen vrij dicht het landelijk gemiddeld onder mannen, ook in de daling in 2020. Bij vrouwen ligt de participatiegraad sinds 2015 steeds ca. +1%-punt boven het landelijk gemiddelde en steeg de participatiegraad in 2020 waar die gemiddeld in Nederland juist daalde. Daardoor liep het verschil op tot +2,5%-punt in 2021 en was in 2023 +1,7%-punt. Het verschil tussen de participatiegraad van mannen en vrouwen is gedaald van 18%-punt in 2003 naar 7%-punt in 2023.
Bij uitsplitsing van de arbeidsparticipatie naar opleidingsniveau valt vooral op dat bij de groep met een middelbaar onderwijsniveau de participatiegraad sinds het hoogtepunt van de financiële crisis in 2014 steeds verder boven het landelijk gemiddelde uit stijgt, van een verschil van 0 in 2014, naar een verschil van +6%-punt in 2020 en in 2023 ruim +4%-punt. Onder mensen met een laag onderwijsniveau is de participatiegraad steeds dicht bij het landelijk gemiddelde.