Indicatoren werkloosheid

Stand

In 2020 was de werkloosheid in de gemeente Westerkwartier 3,2% (bron: CBS), net onder het landelijk gemiddelde van 3,8% en ruim onder het provinciale gemiddelde van 4,5%. Dit is net iets minder dan in de gemeenten Loppersum en Het Hogeland, waar de werkloosheid 3,3% bedraagt.

Verloop

De werkloosheid in Westerkwartier is altijd al de laagste binnen de provincie geweest en lag steeds onder het landelijk gemiddelde. Aan het begin van deze eeuw was het verschil met het landelijke gemiddelde -0,3%-punt. Vlak voor de financiële crisis, in 2008, was het werkloosheidspercentage 3,3%. Tijdens de financiële crisis verdubbelde dit percentage en liep dat verschil met het landelijk gemiddelde op tot -1,0% punt. Het provinciale gemiddelde steeg harder dan het werkloosheidspercentage in Westerkwartier. In de daarop volgende periode werd het verschil met het landelijk gemiddelde steeds wat kleiner. In 2019 lag de werkloosheid in Westerkwartier met 3,1% net iets onder het niveau van 2008 en verschilde het -0,3% met het landelijk gemiddelde. In Loppersum was het werkloosheidspercentage in 2019 eenmalig nog net -0,1%-punt lager. In 2020 steeg de werkloosheid in Westerkwartier weer met +0,1%-punt, waar het gemiddeld in Nederland met +0,3%-punt steeg.

Het het WW-percentage volgens het UWV daalde van maart 2021 naar maart 2022 met 1/3, van 2,7% naar 1,8%, en volgt daarmee de landelijke trend met ca. 0,2%-punt lagere waarden. 

Naar geslacht, leeftijd en opleiding

Vóór de financiële crisis lag het werkloosheidspercentage onder mannen vaak 1 à 2 %-punt onder dat van vrouwen. Tijdens die crisis steeg de werkloosheid onder mannen sterker dan onder vrouwen waardoor tijdens de piek de werkloosheid onder mannen en vrouwen vrijwel gelijk was. Dit gold voor Nederland als geheel en voor Westerkwartier. Gemiddeld voor de provincie Groningen kwam het werkloosheidspercentage van mannen zelfs enige tijd boven dat van vrouwen te liggen.
De werkloosheid herstelde bij mannen sneller dan bij vrouwen, maar in 2019 was de werkloosheid voor mannen en vrouwen weer gelijk. De stijging van de werkloosheid in 2020 was landelijk voor vrouwen sterker dan voor mannen waardoor de werkloosheid voor vrouwen weer +0,3% hoger kwam te liggen dan voor mannen. In Westerkwartier daalde de werkloosheid onder mannen met -0,1%punt en steeg de werkloosheid onder vrouwen met +0,1%-punt, waardoor die net omwisselden. 

Uitgesplitst naar leeftijd volgt de ontwikkeling van de werkloosheid in Westerkwartier vrijwel het landelijke beeld. Een verschil is dat de jeugdwerkloosheid in 2020 in Westerkwartier wat minder sterk steeg (+1,0%-punt) dan landelijk (+2,4%-punt). De werkloosheid onder de 25-45-jarigen ligt steeds wat verder onder het landelijk gemiddelde (-0,6%-punt) dan de andere groepen. In 2020 steeg de werkloosheid in Westerkwartier ook voor deze groep. Voor de groep van 45+ daalde de werkloosheid ook in 2020 (-0,5%-punt).

De werkloosheid neemt af bij een stijgende opleidingsgraad. Bij de werkloosheid onder laag opgeleiden valt op dat die eerder herstelde van de crisis dan gemiddeld. Ook daalde deze nog in 2020 terwijl deze gemiddeld juist in deze groep nog steeg. In de groep met een middelbaar onderwijsniveau in Westerkwartier steeg de werkloosheid tijdens de financiële crisis wat minder sterk dan gemiddeld. De stijging in 2020 was hier ook aanwezig, maar net iets minder sterk dan elders.

Arbeidsparticipatie

De participatiegraad in Westerkwartier is bijna 70% en daarmee het hoogste van alle Groninger gemeenten en ligt boven het landelijk gemiddelde, als enige. Tot het hoogtepunt van de financiële crisis volgde de participatiegraad in Westerkwartier vrij nauwkeurig het landelijk gemiddelde. In de periode sinds 2014 steeg de participatiegraad in Westerkwartier bovengemiddeld en ook in 2020 steeg deze terwijl er gemiddeld genomen een daling op trad. Daardoor liep het verschil met het landelijk gemiddelde op tot +1,2%-punt.

Uitgesplitst naar geslacht volgt de participatiegraad onder mannen vrij dicht het landelijk gemiddeld onder mannen, ook in de daling in 2020. Bij vrouwen ligt de participatiegraad sinds 2015 steeds ca. +1%-punt boven het landelijk gemiddelde en steeg de participatiegraad in 2020 waar die gemiddeld in Nederland juist daalde. Daardoor liep het verschil in 2020 op tot bijna 2%-punt. Het verschil tussen de participatiegraad van mannen en vrouwen is gedaald van 18%-punt in 2003 naar 7%-punt in 2020.

Bij uitsplitsing van de arbeidsparticipatie naar opleidingsniveau valt vooral op dat bij de groep met een middelbaar onderwijsniveau de participatiegraad sinds het hoogtepunt van de financiële crisis in 2014 steeds verder boven het landelijk gemiddelde uit stijgt, van een verschil van 0 in 2014, naar een verschil van +6%-punt in 2020.

Bron: CBS: Arbeidsdeelname; regionale indeling 2020, nov. 2021, bewerkt door provincie Groningen
Bron: UWV: Dashboard WW-uitkeringen