Indicator gemeten geluid

Wat zie je? 

Op het 1e tabblad zijn de plekken van de geluidmeters aangegeven. Op het tabblad 'Voortschrijdend gemiddelde' is het gemiddeld aanwezige geluid op de geluidmeetlocatie te zien. Als het jaar nog niet om is, is dit de waarde van 1 januari tot de huidige dag. Omdat die waarde een gemiddelde is, kan de geluidbelasting op een bepaald moment of in een bepaalde periode dus hoger of lager zijn. Op de volgende 3 tabbladen zijn de gemiddelde waarden per dag, week of maand te zien. Deze dag-, week- of maandwaarden kunnen dus hoger of lager zijn dan de jaargemiddelde waarde. Het is niet altijd duidelijk waarom de waarden hoger of lager zijn. Dit kan komen door bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden en/of landbouwwerktuigen, maar ook door weersomstandigheden, denk aan harde wind en/of geluiden van dieren. Belangrijk om te weten is dat alle gemeten waarden niet zijn bedoeld om te toetsen aan de norm van 65 dB. Dit lichten we hieronder toe.

Wat monitoren we?

We monitoren het aanwezige geluid op de meetlocaties. De meetwaarden zijn weergegeven in dB (decibel) Lden. De Lden is het gemiddelde van de geluidbelastingen over de dagperioden (07-19 uur), de avondperioden (19-23 uur) vermeerderd met 5 dB en de nachtperioden (23-07 uur) vermeerderd met 10 dB. Die toeslagen van 5 en 10 dB in de avond en nacht gelden omdat in die perioden mensen geluid als meer hinderlijk ervaren. De grenswaarde van 65 dB is een jaargemiddelde. Met het rekenmodel controleren we of hieraan wordt voldaan. Door de stoorgeluiden (denk aan landbouwwerktuigen, bouwwerkzaamheden, windgeruis, dieren) is meten niet geschikt. Ook liggen de meetpunten niet bij gevels van woningen in de buurt. Ook daarom kunnen we de meetwaarden niet gebruikt voor toetsing aan de norm. Wat we wel kunnen is de berekende getallen vergelijken met de meetwaarden. Hierbij is vooral de meerjarige tendens in de ontwikkeling van het geluid over meerdere jaren belangrijk.

Achtergrond

Met geluidmodellen houden we de ontwikkeling van het geluid bij. Hierbij zijn er modellen voor industrie, (rail)verkeer, windturbines, scheepvaart en luchtvaart. De metingen hebben tot doel de meerjarige ontwikkeling van het geluid te volgen. De meetgegevens maken het mogelijk te zien of de toename van geluid zoals de rekenmodellen dat laten zien in werkelijkheid in vergelijkbare mate optreedt. Vanwege verschillende plaatselijke invloeden, die ook nog eens tijdelijk kunnen zijn, kunnen er verschillen optreden tussen de reken- en de meetwaarden. Hierdoor zijn de metingen niet geschikt en niet bedoeld voor toezicht en handhaving.

Hoe wordt het cumulatieve geluid berekend?

Bij weg- en railverkeer, lucht- en scheepvaart en windturbines zijn de berekende waarden jaargemiddelden. Dit betekent dat bij deze bronnen de geluidbelasting op een bepaald moment lager of hoger kan zijn dan het (berekende) jaargemiddelde. Bij industrielawaai gaat het om de vergunde representatieve bedrijfssituatie. Dit is een situatie die binnen de bedrijven meer dan 12 dagen per jaar voor kan komen. Bij bedrijven die niet continu in werking zijn zal de geluidbelasting, op dagen dat het bedrijf niet volledig in werking is, lager zijn dan de berekende waarde. Hoe dit op een bepaalde plek uitpakt hangt af van de mix van het geluid ter plaatse. De berekeningen kennen diverse correctiefactoren die over het algemeen zorgen dat de uitkomsten niet worden onderschat.

De meetresultaten zijn permanent te raadplegen.

Bron: Geluidmeetnet provincie Groningen, juli 2023.